Plantaardig, plasticvrij en… pizza!
Sugo, bekend om zijn heerlijke pizza’s, bewijst dat duurzaamheid en winstgevendheid hand in hand kunnen gaan. In dit interview deelt Hugo Kruijssen, eigenaar van Sugo, zijn ervaringen en inzichten over hoe hij Sugo heeft omgevormd tot duurzaam succesverhaal.
Van tech naar pizza
“Zes jaar geleden hebben wij Sugo overgenomen, net voor de coronapandemie, wat een ongelukkig moment was. Zelf heb ik lang in de techindustrie gezeten waarvoor ik veel reisde. Soms maakte ik wel honderd vluchten per jaar. Dat vond ik eigenlijk maar niks. Toen Sugo te koop kwam, zag ik dus ook een concept dat vrij makkelijk op te schalen viel. Dat hebben we vervolgens ook gedaan, maar duurzaamheid was eigenlijk nog een ver-van-mijn-bed-show. Het was wel een thema waarmee we graag iets wilden doen.
Sugo had oorspronkelijk een aantal biologische producten, maar voor de rest eigenlijk niet zo veel. In het kader van efficiëntie en kostenbesparing zijn we in de coronatijd allereerst overgeschakeld naar elektrische ovens in plaats van gasovens, dat bespaarde direct al een hoop kosten. En waar we voor corona nog de tomatensaus importeerden uit Italië, zijn we tijdens de crisis overgestapt naar tomatensaus die we zelf maken van de reststroom uit het Westland. Reststroom is de term die gebruikt wordt in de voedingsmiddelenindustrie om producten te duiden die qua uiterlijk niet geschikt zijn om in de supermarkt te belanden. Zo belanden er vele tonnen tomaten per jaar in de reststroom omdat ze een krasje of een deukje hebben. Deze tomaten worden nu niet meer weggegooid, maar gebruiken wij in onze pizzasaus.”
Economische voordelen van duurzaamheid
“Waar duurzaamheid vaak nog gezien wordt als een manier om een betere toekomst te realiseren, is het voor ons vooral ook economisch de meest logische keuze, met een financiële motivatie. En dat zie je ook terug in onze bedrijfsvoering. Elektrische ovens en lokale tomatensaus zijn beter voor het milieu, maar vooral ook een stuk goedkoper om in te kopen. En dat heeft ook impact op de prijs van ons product.
Na deze omslag zijn we verder gaan kijken wat we nog meer kunnen doen, en dat heeft ertoe geleid dat we al sinds 2020 plasticvrij zijn, ver voor het plasticverbod vanuit de overheid inging. Met de simpele reden dat plastic gewoon geen mooi product is. Een dessert in een plastic potje, daar kun je moeilijk 4,50 of 5 euro voor vragen. Maar in een glazen potje is het een prima waarde. We hebben besloten om daarnaast ook het laatste beetje single-use plastic de deur uit te doen, en sindsdien zijn we geheel plasticvrij. En het is ook gewoon iets leuks om mee bezig te zijn.”
Plantaardig goed
“Plant-based en vegetarisch is voor ons de nieuwste stap. Je zult zien dat de komende jaren een verschuiving plaatsvindt in wat we de eiwittransitie noemen. Uiteindelijk zullen we met z’n allen een groter deel van onze voedingsmiddelen uit ‘niet dierlijk’ gaan halen. Momenteel staan eigenlijk vlees en vis bovenaan de keten wat betreft landgebruik en CO2-uitstoot. Om je product betaalbaar te houden voor de klant, moet je dus kijken naar alternatieven.
Ons assortiment was altijd al 40% vegetarisch of plant-based, maar we zijn gaan kijken wat we nog anders konden doen. Vaak zie je in restaurants in een menu aangegeven welke items vega of plant-based zijn. Wij hebben eigenlijk onze menukaart omgedraaid en gezegd: elk product is in de basis plant-based en op basis van de iconen die ernaast staan, kun je zien welke producten vlees, vis of ander dierlijk eiwit bevatten. Ons menu is nu al een jaar 50% vegetarisch. Klanten krijgen door middel van een nutriscore ook de voedingswaarde te zien en kunnen op basis daarvan een keuze maken. Hierdoor is de verkoop van vegetarische opties meer dan verdubbeld. En dat heeft een enorme impact op wat mensen eten zonder dat je inlevert op gastvrijheid en klantbeleving. Daarnaast proberen we ook de bezorging duurzaam te doen, denk aan bezorging op elektrische fietsen in plaats van vervuilende scooters.”
Tips voor andere ondernemers
“Mijn tip voor andere ondernemers is om eerst maar eens te kijken naar wat je zelf eigenlijk al ongemerkt doet. En daar een duurzaamheidslabel aan te hangen. Dat hoef je niet naar buiten te brengen, maar vooral voor het eigen besef. Duurzaamheid en winstgevendheid staan in de meeste gevallen gelijk aan elkaar. Zoek daarin naar de win-win.
Ledverlichting of van het gas afgaan is zowel economisch als ecologisch verantwoord. Neem het in kleine stapjes mee in je besluitvorming en neem je klanten daar ook in mee. Je hoeft bijvoorbeeld niet je hele bedrijf in één keer te wijzigen. Als je een slager bent, dan heeft het niet heel veel zin om morgen geheel plant-based te worden. Mensen komen bij jou omdat je vlees verkoopt, maar je zou wel in hele kleine stapjes naar een groter assortiment dat meer duurzaam is kunnen gaan. Dat zou nog steeds vlees kunnen zijn, maar dan bijvoorbeeld vlees waar de kippen een beter leven hebben gehad. Zo neem je in hele kleine stapjes je klanten mee naar een beter product of naar een ander product. En zo vernieuw je niet alleen je bedrijf, maar maak je het ook meer toekomstbestendig.”