Trots Werk en Advies: voor personeel en werkgever
Trots werk en advies is een kleine 2 jaar geleden opgericht door Samira Oppenheim. Nadat de geboren en getogen Rotterdamse jarenlang bij een groot detacheringsbureau had gewerkt, besloot ze het op haar eigen manier te gaan aanpakken. Samira vertelt over de werkwijze van Trots werk en advies, de uitdagingen voor haar onderneming en de trends in de publieke arbeidsmarkt.

“Ons doel bij Trots werk en advies is eigenlijk om vanuit mensen te werven, in plaats van alleen maar naar de vraag van opdrachtgevers te kijken” legt Samira uit. “Dus eerst kijken we welke professionals er beschikbaar zijn. Met hen gaan we een oprecht en persoonlijk gesprek aan. We vragen ze dingen als: waar zoek je naar, wat wil je precies, waar krijg je energie van? Vervolgens gaan we kijken welke opdrachtgevers we kennen die daar een match in vormen. Want als iemand doet waar hij of zij energie van krijgt, is een match vaak beter en blijven mensen veel langer op hun plek.”
Advies over diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid
Trots werk en advies levert, naast het detacheren, ook advies op het gebied van diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid. “Samen met onze strategische projectleider proberen we gemeentes daarbij te helpen. Er worden tegenwoordig veel onderzoeken gedaan over diversiteit, maar wij proberen te ondersteunen om ook echt concrete actieplannen op te stellen. Niet iedere gemeente of afdeling staat op hetzelfde punt. De gemeente Rotterdam is bijvoorbeeld al best goed bezig. Het is een onderwerp waar iedereen wel iets mee wil doen, maar de juiste middelen vrijmaken is soms nog een uitdaging. En het gaat natuurlijk niet van de ene op de andere dag. Wij kijken echt op maat: waar kunnen we, tenminste voor een stukje, het verschil maken.”
Gemeentes als opdrachtgever
Trots werk en advies heeft vrijwel alleen gemeentes als opdrachtgever. En dat is een bewuste keuze. Samira: “Ik wil zelf met mijn werk graag het gevoel hebben dat ik ergens aan bijdraag. Dat heb ik met de mensen die ik spreek als gemeenschappelijke deler: we willen graag maatschappelijke impact maken. Daarnaast heb ik ook een persoonlijke interesse in politiek en overheid. Het is tof om te zien wat de gemeente eigenlijk allemaal kan doen. Ik vind het leuk om professionals te overtuigen om de stap naar de gemeente te maken. Ik denk dat daar mijn kracht ligt: om geschikte mensen van buiten de overheid naar binnen te krijgen.”
Trends in de publieke arbeidsmarkt
Er is de laatste jaren in algemene zin sprake van krapte op de arbeidsmarkt. De publieke sector vormt daarin geen uitzondering. “Binnen die publieke sector zie je de krapte vooral bij banen waar een technische achtergrond voor nodig is” licht Samira toe. “Maar ik zie ook een tekort aan bepaalde ‘medioren’. Dat is namelijk wat iedere opdrachtgever het liefste wil: iemand van rond de 40 jaar oud die al een jaar of 10 werkervaring heeft. Het liefste bij een of twee opdrachtgevers, want dan is iemand ook nog eens loyaal. In dat middensegment is eigenlijk altijd een tekort. Want er is ook best wel veel jong talent, maar op veel plekken is er geen tijd of geld om daarin te investeren.”
Samira voorziet dan ook een mogelijke trend voor de komende jaren. “We gaan nu natuurlijk naar een tijd toe dat de overheid weer wat moet gaan bezuinigen. En bezuinigen gaat vaak op mensen. Dan zie je dat bepaalde activiteiten ook worden afgestoten of uitgesteld. Totdat het een probleem begint te worden. Dan moeten zaken vaak toch weer worden opgepakt. Op dat moment zijn er dan mensen nodig die direct kunnen instappen en aan de slag kunnen. En dat zijn nou juist die mensen uit het middensegment die ik noemde – waar altijd een tekort aan is. Dat kan best een probleem worden de komende jaren.”
Tip voor beginnend ondernemers
Op verzoek sluit Samira af met een tip voor beginnend ondernemers. “Blijf in jezelf geloven. Achteraf valt het altijd mee. Aan de voorkant lijkt het heel spannend om risico te nemen, en kan je er wakker van liggen. Maar als je weet waar je voor staat dan houd je je doelen makkelijker voor ogen. Dan denk je achteraf: ik had me niet zo druk hoeven maken!”