‘Vliegen op waterstof wordt mede dankzij DTB-subsidie sneller mogelijk’
Rotterdam is dé plek om innovatieve CO2-neutrale oplossingen waar te maken. Maar dat gaat niet vanzelf. Bedrijven hebben financiële steun nodig om samen Europe’s Hydrogen Hub te kunnen vormen. Daarom heeft de gemeente Rotterdam een deel van haar Duurzaamheidstransitiebudget vrijgemaakt voor waterstofprojecten. Marlies Hak, innovator bij Rotterdam The Hague Airport én onderdeel van de Hydro Generation, vertelt hoe het bedrijf de subsidie inzet om vliegen met waterstof op korte termijn mogelijk te maken.
De kans is groot dat de eerste vliegtuigen over een paar jaar op waterstof vliegen. Prachtig natuurlijk, maar zijn de luchthavens daar ook klaar voor? Rotterdam The Hague Airport en Stichting Rotterdam The Hague Innovation Airport (RHIA) doen er in ieder geval alles aan, verzekert Hak: “Met het programma DutcH2 Aviation Hub werken we met regionale, nationale en internationale partners aan de versnelling van vliegen op waterstof. Een belangrijk pad daarin is natuurlijk waterstof en alles wat daarbij komt kijken: van productie, toevoer en opslag tot tanken (fuelen) en educatie.”
Financiële steun voor testplan waterstofvliegtuig
De innovator is erg blij met de DTB-subsidie van gemeente Rotterdam. De financiële steun is hard nodig om verschillende waterstofprojecten van de grond te krijgen. Zo maakt de subsidie de uitvoering mogelijk van verschillende testen met een omgebouwd waterstofvliegtuig. “Dit doen we in samenwerking met het studententeam AeroDelft van de TU Delft. We zorgen ervoor dat ze straks op ons terrein kunnen proefdraaien. Van de motor starten en de propellers testen tot aan taxiën en natuurlijk ook tanken. Dat gebeurt op een luchthaven die vol in bedrijf is. Dat hebben we nog niet eerder gedaan en gaat ons veel nieuwe inzichten geven.”
Het leren over taxiën en tanken op waterstof is uitgangspunt bij de aanvraag van deze subsidie, aldus Hak. “Het klinkt simpel, dat tanken, maar ook daar komt van alles bij kijken. Gasvormige of vloeibare waterstof tanken verloopt via een ander soort infrastructuur. Gasvormige waterstof is wat makkelijker toepasbaar, daar starten we mee. Maar op vloeibare waterstof kun je langer vliegen en dus is dat op de lange termijn interessant.”
Leiding van tankstation naar vliegveld
Een ander project waar RTHA-subsidie voor ontvangt, is dat van een waterstofleiding die het vliegveld met een waterstoftankstation van Fountain Fuel verbindt. Hak: “We gaan een haalbaarheidsstudie uitvoeren om te onderzoeken of we een leiding kunnen doortrekken van het tankstation naar de airside – het beveiligde terrein waar de vliegtuigen worden getankt en opstijgen of landen.”
Het waterstoftankstation heeft een eigen opslag. RTHA kan door middel van de leiding gasvormige waterstof van aftappen. Tegelijkertijd kan het vliegveld gasvormige waterstof, zogenoemde boil-off, terugleveren aan het tankstation. De verwachting is wel dat dit pas na 2035 mogelijk wordt. “Als vloeibare waterstof lange tijd is opgeslagen, verdampt een deel van de vloeistof en ontstaat er boil-off-waterstofgas. Het is zonde om dat niet te gebruiken en dus is het idee om die gasvormige waterstof op te vangen via de leiding aan het tankstation te leveren. Daarmee kunnen auto’s en vrachtwagens weer rijden”, legt Hak uit.
De opslag van waterstof op het terrein van RTHA biedt nog een andere onderzoeksmogelijkheid. Het wordt namelijk meteen een testlocatie voor waterstofsensoren. “Je wilt niet dat waterstof ontsnapt. Daarom moet een lek direct gedetecteerd worden en een signaal afgeven aan de brandweer en veiligheidsdiensten van de luchthaven. Voor luchthavens is dit nieuw. Het is ontzettend belangrijk om te leren hoe detectie werkt. Daarnaast is het interessant, omdat we het koppelen aan incidentenbestrijding. Hierin werken we samen met het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum. Dankzij de subsidie kunnen we de sensoren aanschaffen en de verschillende vormen van detectie testen”, vertelt Hak.
Van turboprop-vliegtuig naar waterstofmodel
Het laatste project dat dankzij de DTB-subsidie een haalbaarheids- en veiligheidsstudie kan uitvoeren, is dat van Conscious Aerospace. Dit bedrijf wil op RTHA-terrein een groot waterstofvliegtuig ontwikkelen om in 2028 een eerste commerciële vlucht uit te voeren, met zo’n 30 passagiers van Rotterdam naar Londen. Hak: “Het vliegtuig, een propellervliegtuig, komt bij ons in de hangaar. Hier zal de waterstofaandrijflijn getest worden, dus het functioneren van de elektromotor samen met de fuelcell en de waterstof.”
Voor het testen zijn verschillende aansluitingen nodig op het elektriciteits- en waterstof- netwerk. Er is tussen 1 tot 2 megawatt aan elektriciteit nodig. Al die aansluitingen zijn onderdeel van de studie. “Je moet je aan de veiligheidstandaarden en bepaalde afstanden houden. Ontdekken hoe het precies in elkaar steekt, doe je door het te doén”, stelt Hak. Dat is dan ook de reden dat RTHA en RHIA volop inzetten op allerlei projecten waarbij de focus op uitvoering ligt. “We bouwen geen luchtkastelen; we zijn praktisch ingesteld en gaandeweg leren we. Dat is het meest effectief. Alleen op papier kom je niet verder.”
‘Overheid moet bedrijven meer stimuleren’
Naast de Rotterdamse aanpak-mentaliteit, is er volgens Hak ook steun nodig vanuit de overheid en bedrijven. “Bedrijven zijn wat afwachtend, omdat het om heel veel geld gaat. We zitten in een leer- en ontwikkelfase. De voordelen zijn daarmee nog niet zichtbaar. Het gaat om enorme investeringen waar je de komende 10 jaar niets aan verdient. Daarom proberen ook wij, naast investeren, subsidies te krijgen. De overheid kan de bal meer aan het rollen krijgen door bedrijven te stimuleren om tot actie over te gaan.” Daarnaast valt er volgens de innovator veel te halen op het gebied van educatie en perceptie. “Binnen de luchthaven trainen we onze mensen in de omgang met waterstof. Ook informeren we toekomstige passagiers en bijvoorbeeld omwonenden met de fabels en feiten over waterstof.”
Voorbeeldfunctie als vliegveld en regio
Dat Rotterdam en RTHA/RHIA zich goed lenen als voorloper op het gebied van waterstofvluchten, heeft alles te maken met de ligging. “In de haven is ontzettend veel bedrijvigheid rondom waterstof. Het profileert zich als dé Europese waterstof hub. Tegelijkertijd maakt het voor ons als luchthaven met vooral middellange afstanden heel interessant. Daar leent waterstof zich op termijn perfect voor.”
In het buitenland wordt RTHA aangemerkt als voorbeeld als het gaat over innovatieve CO2-neutrale oplossingen. Hak: “Ik krijg regelmatig te horen dat we al ver vooruitlopen. Dat hebben we zelf niet altijd door. Pas als je de reacties van internationale collega’s hoort, besef je het. En dat mogen we, samen met Rotterdam en de regio, nog meer etaleren.”
De Hydro Generation
Laat je inspireren door de andere Hydro Generation ondernemers en lees waarom zij vinden dat Rotterdam de waterstof hub van Europa is.